Matthijs Vermeulen
aan
Thea Diepenbrock
Louveciennes, 2 oktober 1943
Louveciennes, 2 October 1943
(Zes en twintig jaar geleden ging in Utrecht de "première" der Mis!)1
Zeer getroffen, lieve fee, door je briefkaart van 21 Sept. Dank voor je bidden. Ik doe ook mijn best van dien kant, op mijn manier. Je brief van 16 Sept. ontvangen, en chèque, maar kon nog niet antwoorden, want ik "zit" midden in het Adagio dat me niet los laat. Vergeef je me? Ik ben erg tevreden over 't eerste deel; alles heeft zich organisch, harmonisch, als 't ware vanzelf laten schikken. Maar ik heb nog steeds het gevoel van geen tijd te kunnen verliezen. Mijn alter ego aan wien ik nog vier maanden gevraagd had, heeft zeer tegen zijn zin sedert een maand vacantie en plukt appelen bij zijn toekomstigen schoonvader, wat mij genoegen doet. Anny is sinds begin September ziek, wat verklaart waarom je noch kaarten noch brief kreegt. Niet ernstig; de seizoen-crisis. Maar opnieuw zeer verzwakt. Gedurende vijf dagen wederom geen kruimel gegeten. Ditmaal hebben wij den dokter laten komen zonder daarmee overigens iets te winnen. Zij komt langzaam weer bij en schrijft je vermoedelijk dezer dagen. Heb ik Joanna wel bedankt voor haar zomer-briefje dat vol was van poëzie en kleur van Juni-dag en avond? Wat is dat al weer ver. Ik was blij eindelijk ook haar schrift te zien. Neen, zijn pleng-offer aan de demonen bracht Diepenbrock in de omgeving van Laren of in het Paviljoen van het Vondelpark waar wij soms afstapten. Bij onze colloquia in huis werd nimmer een glaasje geledigd! Weldra kom ik tot een brief hoop ik. Uit den diepsten grond van het hart mijn beste gedachten voor jullie en de vrienden
van je toegenegen
Matthijs
briefkaart
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA