MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19430122 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 22 januari 1943

Louveciennes (S et O) 22 Januari 1943.

Beste Thea, Heden, meer dan de andere dagen, denk ik aan het naderende feest der heilige van wie je den lieven, liefelijken en zinvollen naam draagt, en waarvoor ik niet te laat zou willen komen. Mijn verlangen is dat zij onder wier praesidium je gesteld bent je helpe al uwe (en al mijne) wenschen te vervullen. Ik heb één wit roosje in het perk vóór het huis (geen traagling, want er waren geen verlate knoppen te bespeuren, maar een zeldzame nieuwling) en zij herinnert me aan de rozen van Doróthea uit den hemelschen tuin. Konde ik ze je zenden! Hier (en bij jullie ook waarschijnlijk) is het een soort van ongelooflijke lente. De primula veris hebben den ganschen winter gebloeid, (zoo goed en zoo kwaad als zij vermochten, de armen); de eerste sneeuwklokjes heffen reeds hun nog geplooide kelkjes, en ik zoek elken dag naar boschviooltjes. Dat Februari ook zoo zij!

Ik schreef je op 31 Dec. en 1 Januari. Je kaart van 18 Dec. ontvangen. Dank uit den grond van mijn hart. Zie uit naar je brief, en, min of meer! naar je eerste en tweede − als ik me niet vergis − chèque.

Het Adagio is sinds vandaag virtueel voltooid, en ik kan zeggen, met verlichting, dat ik tot het einde heb volgehouden. Toujours plus beau etc!! De moeilijkheid was om in de verstilling nog activiteit te bewaren, en ik geloof dat het me gelukt is. − Wat lees je van Léon Bloy? Ik heb ondernomen, wat sinds eenigen tijd al mijn wensch was, om Bloy, met wien ik tusschen mijn 2Oste en 25ste jaar in harmonie verkeerde, geheel te herlezen, om te controleeren, nu ik zooveel menschen en dingen zich heb zien veranderen in ruïnes, waarop dat eigenlijk gebaseerd was. Ik ben benieuwd naar mijn eind-opinie en die van u! Een spreuk die mij altijd aantrekt: Het koninkrijk der hemelen lijdt geweld en slechts de geweldigen nemen het in. Curieus dat Diepenbrock mij nimmer gesproken heeft over Bloy.

De kaart is vol. En hoeveel zou er nog te zeggen zijn! Veel hartelijks van allen

en van uw toegenegen Matthijs Vermeulen

briefkaart

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA