MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19421030 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 30 oktober 1942

30 October '42

Beste Mijnheer Vermeulen,

Heb ik u niet verleden jaar, ik geloof in Januari, eens geschreven over den vorm van ons boek (van Reeser en mij)? Misschien is het u niet erg duidelijk geweest, maar het komt een beetje op hetzelfde neer als uw visie, alleen nuchterder. Wij beginnen ook op 2 Sept. 1862 en gaan zoo door met feiten te geven, d.w.z. briefcitaten, aanhalingen uit artikelen, vermeldingen van de composities, 1e uitvoeringen en andere gebeurlijkheden – tot 5 April 1921. Door de briefcitaten wordt het eigenlijk heelemaal een roman, of een autobiographie, zooals u zegt. Wij hebben gemeend dat wij, gebruik makend van het materiaal, niet zelf de roman moesten schrijven, omdat wij ons daartoe niet in staat achten, maar dat de roman als 't ware zichzelf maar moest schrijven. Engeljan gelooft dat het een onleesbaar boek wordt; ik ben dat niet met hem eens en geloof ook dat hij het niet beoordeelen kan, omdat hij van het brievenmateriaal maar heel weinig kent en dus niet weet hoe boeiend het is. Ik spreek nu van een roman, omdat je in die brieven zoo'n heel leven tamelijk compleet aan je voorbij ziet trekken, maar ons idee is eigenlijk geweest uitsluitend de papieren op tafel te gooien, waar anderen dan gebruik van zullen kunnen maken. Voor het schrijven van een boek zooals u dat in uw hoofd hebt, is schrijverstalent noodig en veel talent zelfs. Noch Reeser noch ik beschikken daarover. Maar het zou heerlijk zijn als u het schreef. Januari 1944 moet ons eerste deel klaar zijn (1862-1900) – dan kunt u aan de gang gaan!

Er zijn natuurlijk dingen die in deze opzet niet onder te brengen zijn, anecdotes b.v. en mondelinge overleveringen. Er is ook geen plaats voor bespiegelingen, voor het leggen van een verband tusschen verschillende dingen, voor explicaties van moeilijke problemen. Alles wordt aan den lezer overgelaten. Daarom geloof ik ook zeker dat er later nog verschillende essays over aparte onderwerpen zullen moeten verschijnen. Onze opzet heeft natuùrlijk zijn bezwaren, maar ik denk dat iedere andere die ook wel zou hebben. Wij doen nu tenminste iets wat noodig is: het materiaal bekend maken, en wij doen het zonder zelfoverschatting, met schroom voor de moeilijkheid van de taak – Reeser is er, meen ik, op het oogenblik nog niet voor te vinden, maar het lijkt me niet uitgesloten dat, als het eenmaal zoo ver is dat de copy persklaar is, wij toch een inleiding schrijven, waarin eenige algemeene dingen behandeld worden.

Het is een geluk dat er zooveel brieven nog te achterhalen zijn geweest. Helaas is er ook wel veel weg: Gorter heeft alles vernietigd, dat is zonde, en Verhagen! En de brieven aan Royaards zijn weg en aan v. Tienhoven en v.d. Valk en nog zooveel anderen. De volledige correspondentie met Hondius is een heerlijke bron voor de jaren tusschen 1903 en '13. Ook uit den Bosschen tijd is er veel bewaard gebleven – Het is doodjammer dat ik u niet eens kan laten zien hoe onze "Kroniek" er uit ziet. Oorspronkelijk was het Reeser's gedachte er niet alleen een biographie, maar tevens een cultuurhistorisch overzicht over die heele periode van te maken, door b.v. ook muziekuitvoeringen en tentoonstellingen te noemen, waarvan niet vaststaat dat A.D. ze bezocht heeft; maar ik hoop dat hij door de omvangrijkheid van de stof gedwongen zal worden daarvan af te zien. Want dat zou ik nu werkelijk koud-wetenschappelijk vinden en hinken op twee gedachten. En dan krijg je van die akelige gelijktijdigheden naast elkaar staan, die niets met elkaar te maken hebben of zelfs vijandig aan elkaar zijn. Het is grappig dat u ook over een duizendtal bladzijden spreekt; – ons idee is 3 banden van 500 pagina's: 2 banden Kroniek en 1 band beschrijving van de muziek. Er zit ontzettend veel werk aan vast, dat begrijpt u, ook aan dit boek, dat van ùw fantasie maar een schim wordt. Gelukkig is de samenwerking met Reeser nu allerplezierigst; vroeger heb ik er dikwijls een heel zwaar hoofd in gehad, maar toen had hij ook eigenlijk nog nergens idee van en nu hij dat inziet, zijn we een reuze stuk verder.

"Bezuinigd" heb ik niet bepaald op mijn antwoord! Waarom ook? ik vind het fijn erover te schrijven, het is alleen een kwestie van tijd. Sinds weken had ik dezen avond in mijn hoofd om u te schrijven en o wonder is er niets tusschen gekomen. Mijn concert in Laren is 14 dagen uitgesteld; aan de eene kant is het wel prettig omdat ik het te druk had, aan de andere kant is het lastig dat ik nu dat heele programma moet bijhouden, terwijl er weer andere concerten voor de deur staan. De druktes zijn soms werkelijk bij de beesten af, en voor een heel groot deel hebben ze niets met ons werk te maken. Ik weet niet hoeveel dagen in de week er wel niet voorbijgaan dat Joanna en ik totaal niet studeeren, terwijl zingen en pianospelen dan toch maar ons vak is. Enfin, dit is een vervelende lamentatie, en u kunt er u toch niets bij voorstellen, of ik zou al die onzindingen allemaal moeten gaan opnoemen, waar de dagen mee gevuld zijn. Uw idylle is ons ideaal, terwijl ze u wel eens in een donkere tunnel brengt! Ik vraag me wel eens af, of u niet tè weinig menschen ziet. Gewoonlijk heeft de omgang met menschen niets om het lijf, maar hij heeft, uit een oogpunt van hygiëne, toch wel iets goeds, geloof ik. Maar ik kan uw tunnels ook niet beoordeelen!

Wilt u uw vrouw bedanken voor haar brief en het aardige fototje van Donald? Hij lijkt op zijn moeder, dunkt me. Zij weet zeker niemand meer om eens geld aan te vragen? Wij raken in de knel door de krankzinnige belastingen. Maar maakt u zich alstublieft geen zorg over ons. Binnenkort schei ik met de krant uit; hier uit blijkt wel dat het nog wel los loopt, anders zou ik wel over principieele dingen heen moèten stappen. "Tot spoedig", veel hartelijks aan allen,

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA