MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19411121 Matthijs Vermeulen aan Marie van der Meulen

Matthijs Vermeulen

aan

Marie van der Meulen

Louveciennes, 21 november 1941

Louveciennes (S et O)

2 Rue de l'Etang

21 november 1941

Beste Marie,

Direct na het lezen van je brief schrijf ik je dezen keer, al was 't maar een kwartier, doch om mijn belofte te houden. Je duidt het me niet ten kwade, dat is prettig. Ziehier de reden waarom ik je zonder taal of teeken liet. Onmiddellijk nadat de symphonie af was ben ik een Ave Maria begonnen die mijn dochter Anny mij vroeger eens gevraagd had voor haar verjaardag en waarom ze mij nog dikwijls zanikte, geholpen door Josquin. Toen die eerste Ave Maria klaar was kwam er een tweede, die mij een maand bezig hield (hij is nog al lang) en daarna een derde. Toen dat klaar was kwam, zonder onderbreken bijna, een nieuwe symphonie, de vijfde dus, waarmee ik op 't oogenblik bezig ben. En als ik in muziek zit is het me bijna onmogelijk om tot schrijven te komen; dan raast er iets in mijn binnenste van ongeduld om daarvan af te zijn. Dat is nu eenmaal zoo en ik heb daaraan nooit iets kunnen veranderen. Trouwens wat moet ik je vertellen? Je weet nu het essentieele, het eenige dat mij interesseert. De rest vertelt mijn vrouw je wel en die [kan] 't veel beter dan ik. Zoo laat ik haar de rest van het papier. Maar ik denk nog hieraan: Als ik ertoe kan bijdragen om Christ wat schappelijker tegenover je te maken, dan gaarne. Zeg hem mijnentwege, of laat hem dit lezen, dat het in de verste verte jouw schuld niet is dat ik hem bij mijn laatste bezoek in Amsterdam genegeerd heb. Als hij me wilde of had willen ontmoeten bestond er een eenvoudig middel: Hij behoefde in die dagen slechts naar de Valeriusstraat te gaan, of te telephoneeren, waar hij veronderstellen kon dat ik was. Op den Concert-avond zelf, een paar minuten voor de opvoering, had ik niet den minsten lust om met een mij tamelijk vreemd geworden persoon een gesprek aan te knoopen dat dreigde mijn aandacht sterk af te leiden van de hoofdzaak. Den volgenden dag was er geen tijd meer om hem te zien en ook niet denzelfden avond daar ik onmogelijk verschillende oude en nieuwe vrienden kon verwaarloozen. Wanneer hij deze redenen niet als zeer aannemelijk en juist aanvaardt dan is hij beklagenswaardig en moet hij nog veranderen. Ik hoor ondertusschen met genoegen dat zijn gezin het goed maakt en muzikale talenten toont.

Tot hiertoe en niet verder. Het kwartier is lang voorbij! Tot den volgenden keer.

Goeden moed en hartelijk omhelsd van je Matthijs

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA