MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19410821 Anny Vermeulen-van Hengst aan Marie van der Meulen

Anny Vermeulen-van Hengst

aan

Marie van der Meulen

Louveciennes, 21 augustus 1941

Louveciennes (S&O) 2 Rue de l'Etang. 21 Augs 1941.

Lieve Marie, je brief van 7.8 was hier den 16den reeds, de post gaat dus vlug! Ik kan me voorstellen dat je blij was met onzen eersten brief en het deed me echt plezier dat de dame bij wie je bent ook deelde in de vreugde. Ja, ik zal je geregeld schrijven, hoor, dit keer weer een brief maar dan een briefkaart en zoo omwisselend. Aan Roland heb ik reeds je hartelijke groeten gedaan, z'n antwoord daarop is er nog niet, doch natuurlijk is hij blij dat het goed met je is, hetgeen ons ook zoo verheugt, lieve kind. Je leven geeft je nu toch nog een kleine compensatie, het verlies van Moeder en de verandering dat alles is zwaar, doch de betrekkelijke rust die je nu geniet hadt je zoo noodig en mijns inziens doe je nu krachten op voor de toekomst die je nog menig blij uurtje kan brengen en wellicht nog een aangename werkkring naar gelang van je krachten en talenten! Want ieder mensch heeft talenten in zich verborgen, in alle soort richtingen en wie weet of je nu in je stilte niet een of ander ontdekt dat zich niet openbaren en ontwikkelen kon tijdens je zoo gevulde leven vol zorgen en huishoudelijke rompslomp. Kind, je bent toch de zuster van Thijs en je lijkt me op verre na niet de steriele plant die je andere broer is, een "fruit sec" omdat hij een "coeur sec" is. Je schrijft niets over hem. Ik ben gansch niet op hem en z'n vrouw gesteld (dat weet je!! pardi!) doch ik wil wel hooren hoe het vooral de kinderen gegaan is. Heb je die kleine meubeltjes van me nog aan ze gegeven. Beschrijf me je kamertje, met welke meubels uit het oude huis je je omgeven hebt. Je verzorgt dus nog heel wat plantjes. De lust in tuinieren komt wel weer terug. Ik heb ook niets gedaan aan den tuin doch vooral omdat de krachten er niet waren en de maag na een of andere karwei altijd meer vraagt dan er is!! Enfin, dat alles komt terecht. Vanmorgen een zeer lange brief van Roland van 10 Aug. Hij heeft erg heimwee zoo langzamerhand en wordt poëtisch. Innerlijk heeft hij veel gewonnen door de ervaringen. Het werk marcheert goed en hij verlangt naar "ons boerderijtje" in de toekomst bij zijn terugkeer. Je weet dat is mijn ideaal waarmee hij volkomen eens is, de anderen à peu près. Een boerderijtje waar allen meewerken om Thijs aan zijne composities te laten. Hij heeft zijne muziek zoo lang ter zijde gelaten voor het dagelijksch brood van vrouw en kinderen. Onze toestand op het oogenblik heeft nog niet z'n oplossing. We wonen nog in dit huis, de tuin is groot maar onvruchtbaar voor groenten wegens de groote oude boomen, die hun wortels overal heenzenden, de krachten uit den grond opslorpen en de zonnestralen opvangen met hun loover dat zoo prachtig vol is. Om te verhuizen hebben we het noodige geld niet: de vleugel van Thijs uit de eerste verdieping weghalen door het raam (de trap is te nauw) dat is het struikelblok. Natuurlijk moeten we na den oorlog den huur vol betalen, doch voor 't oogenblik niet. En Thijs verhuist niet graag. Doch soms voel ik me als een trappelend paard (ik ben niet voor niets een Van Hengst ons wapen is een steigerende hengst met zwiepende staart en waaiende manen! Volgens een heel aardige luitenant die vorig jaar juli een tiental dagen bij ons in huis was is dat het wapen van de stad Hannover... en ons wapen is gekroond met den gravenkroon van 9 punten waaruit weer de hengstekop opduikt, doch dat alles is voor onze tak verloren – geen mannelijke afstammelingen meer.) als een trappelende furie die de zaken zou willen doen marcheeren, alles voor elkaar brengen, handelen, doen. Maar ja, dan résigneer ik me weer, er kan niets gedaan worden, afwachten is het wijste en met de andere zijde van mijn natuur, de contemplatieve, de oostersche, rol ik van den eenen dag in den anderen. Ja, mijn oogen moesten verzorgd. Doch ik ben al blij dat ik na 42 jaren onder asthma geleden te hebben daar eindelijk van af ben en ook van mijn ellendige pijnen in maag en rug bevrijd schijn. Die asthma, mèt mijn contemplativiteits-complex heeft me veel van mijn "hengsten"-energie tijdens zijn leven ontnomen helaas, ik had heel wat moeten bereiken waartoe ik in staat was. Eèn ding heb ik altijd prachtig in vol bezit gehad en heb dat nog: hoop en vertrouwen, onder alle moeilijke oogenblikken. En dan – mijn vier kinderen heb ik in vreugde gedragen en geboren zooals zeer weinig vrouwen het voorrecht hebben te kunnen doen. Mijn zwangerschappen waren mijn gelukkigste tijden kan ik bijna zeggen en ik heb er altijd (vóór mijn huwelijk al) twaalf willen hebben. Had ik ze maar. Hier nu in huis een bende ravottende bengels dat zou natuurlijk moeilijk zijn en heel wat stormen in de glazen water erbij veroorzaken, maar ook wat een levendigheid vol variatie en interesse. En toch ben ik geen teedere moeder, zooals mijn eigen Moedertje het was met mij. Je weet hoe Thijs alles opeischte, en nu nog denkt die malle man dat ik niet genoeg van hem hield. Vindt jij, Marie, die ons bijwoonde, dat niet absurd-égoïstisch. Ken jij veel vrouwen zooals ik voortdurend in huis, ja maar, voortdurend, jaar in jaar uit sinds Dec.1917!! toen ik in zijn armen viel op Kerstavond. En als je denkt dat niemand, niemand me interesseerde buiten hem. Allen die me voor mijn huwelijk kenden en die ik liet schieten kenden mijn liefde voor kinderen – doorzie je wat ik aan Thijs gaf door mijn moederhart slechts op een kiertje open te laten voor mijn vier kindertjes. Op den oordeelsdag zal ik mezelf niet harder kunnen veroordeelen dan ik steeds in volle bewustzijn heb gedaan wetende wat ik van mijn Moeder ontving en wat ik aan mijn kinderen gaf. En ik geloof dat Thijs dan wel genoodzaakt zal zijn de fouten die ik bezit en die mij een onvolmaakte componisten-vrouw deden zijn in een ander licht te zien. Het is een gevaarlijk ding een moederziel te knotten in haar élan om liefde te geven tot in het oneindige, en hij en ik mogen blij zijn dat het alles bij elkaar genomen ons zoo goed ging. Wat zeg jij?! – Donald heeft een her-examen voor wiskunde maar had toch z'n drie kaarten van tableau d'honneur, d.w.z. dat hij toch best werkte maar door het verzuim de wiskunde te veel mankeerde natuurlijk. Voor teekenen nog steeds no 1. Josquin werkt nu bijna iederen dag en dat helpt ons leven. Anny doet van alles in huis. Misschien ontmoet ze toch nog de prince charmant die haar terughoudt van het klooster, en mij kleinkindertjes bezorgt en jou oud-tante maakt!! Weet je, die aardige luitenant zou een schoonzoon naar m'n hart zijn... maar ja... Wie kan echter zien in de toekomst??

Dag, lieve kind, heb je wat aan dezen brief? Nogal égoïstisch getint doch in ieder geval een gezellig babbeltje van me met je. Van allen heel hartelijk omhelsd en tot spoedig weer!

je Anny.

De groeten aan je mede bewoonsters.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA