Paul F. Sanders
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 26 september 1939
Sarphatistraat 31
Amsterdam-C.
26-9-39
Zeer geachte heer Vermeulen,
Het is mij onbegrijpelijk dat u mijn antwoord op uw brief van Juni jl. nooit ontving. Ik ben geen briefschrijver, zelfs zeer traag in het antwoorden. Maar wat u mij destijds schreef, trof mij zo diep, dat ik u kort daarop, voor mijn doen zelfs vrij uitvoerig, terugschreef.
Maar er zijn belangrijker dingen in deze tijd. Helaas, onze vrees is werkelijkheid geworden. Wij zitten in de tweede wereldoorlog en het lijkt bijkans te veel voor één mensenleven. Terwijl ik dit schrijf, voel ik hoe weinig recht ik heb tot zelfbeklag, waar er zo velen zijn, als u zelf, die onmiddellijk er in betrokken zijn. Als dit nu maar werkelijk leidt tot een voorgoed neerslaan van het beest en het scheppen van de voorwaarden voor een maatschappij, waarin de cultuur weer opbloeien kan...
Ik heb uw voorstel onmiddellijk met mijn hoofdredactie besproken (Uw brief 15-9 gedateerd, ontving ik pas gisteren). Wij hebben inderdaad een vasten correspondent te Parijs. Dat zou op zich zelf nog geen bezwaar geweest zijn om u om los-vaste medewerking te verzoeken, maar er heerst hier grote onzekerheid of wij wel over voldoende papiervoorraad blijven beschikken en niet danig inkrimpen moeten. Hangende die onzekerheid, is het onmogelijk u iets in uitzicht te stellen.
Het spijt mij ontzaglijk u geen prettiger bericht te kunnen zenden, maar [ik] sta hier, zoals u begrijpen zult, machteloos.
Nu dacht ik aan het Utrechtsch Nieuwsblad te Utrecht, weliswaar een provinciale, maar zeer goed geleide krant, die verschillende voortreffelijke medewerkers telt. Ik zou u raden dat te proberen.
En wat zoudt u denken van "De Tijd", het katholieke orgaan hier, waar v. Duinkerken en Engelman o.a. aan de kunst werken en ongetwijfeld in uw lijn zouden vallen? Eventueel ben ik gaarne bereid met hen over u te spreken, zo u dat goed vindt. In Utrecht heb ik geen connecties.
Wat tijdschriften betreft, zoudt u zich eens kunnen wenden tot "De Kroniek van hedendaagse Kunst en Kultuur" welke om de 14 d. verschijnt; redactie-adres L.P.J. Braat, Amstel 250, Amsterdam, en tot het Hollandsche Weekblad, dat te Brussel gevestigd is.
U weet waarschijnlijk van v. Wezel, dat wij ons plan om in de Sectie uw violoncello-sonate te doen spelen, dezen winter tot uitvoering willen brengen.
Daar er in de huidige omstandigheden natuurlijk geen internationaal muziekfeest plaats vinden kan, zend ik Uw symphonie ook niet op. De partituur houd ik te Uwer beschikking. Wilt u die toegezonden hebben, dan hoor ik dat wel.
Met veel hartelijke groeten, ook voor mevrouw
Uw
Paul F. Sanders
Voor eventl. nader gebruik, zend ik de twee brieven hierbij terug.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA