MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19341008 A. Roland Holst aan Matthijs Vermeulen

Adriaan Roland Holst

aan

Matthijs Vermeulen

Bergen, 8 oktober 1934

Bergen, N.-H.

Oct. 8. '34.

Maandag.

Beste Thijs,

Al een paar maanden loop ik rond met schaamte, dat ik er steeds niet toe komen kon je briefje te beantwoorden. En dat toch werkelijk niet, omdat die brief geen indruk op mij maakte – Maar sinds mijn terugkomst uit Zwitserland beleefde ik den heelen zomer een toestand van jammerlijke innerlijke inflatie, die mij het antwoord op een brief als de jouwe eenvoudig onmogelijk maakte. Nog steeds – al hoop ik, dat de herfst gunstig werken zal – ben ik er niet onder uit, zoodat ik ook in dezen brief te kort zal schieten, maar ik heb nu het beloofde overvel van die Gids-bijdrage, en dat is mij dan tenminste een aanleiding je mijn spijt te betuigen. –Vanmorgen herlas ik nog wat je schreef over het conflict tusschen je leven en je levensdoel – zooals ik nú ben, kan ik mij alleen beschaamd voelen, dat ik onder zooveel gunstiger omstandigheden, den tijd doelloos en hopeloos voorbij laat gaan. – Maar ik herinner mij dat je kort voor ik je sprak eindelijk weer aan een compositie was begonnen. Heb je daar op door kunnen gaan en ben je dus misschien in een hoopvoller phase geraakt? Schrijf mij dat eens – ik hoop 't van harte.

Wat je schrijft over mijn proza van de laatste jaren is mij heel dierbaar, want – daargelaten of ik er inderdaad zooveel mee bereikte – geven je woorden volkomen weer wat ik verwerkelijken wilde, en dit begrijpen, in zulk een mate, is zeldzaam – dat verzeker ik je.

Nieuws is er vrijwel niet, geloof ik. Ik zie trouwens maar weinig menschen. Pom woont tegenwoordig in Utrecht en studeert Ned. Letteren. Men zegt, dat hij het volgend jaar Verwey in Leiden hoopt op te volgen. Hij liever dan ik .... Maar ik ben uiterst benieuwd naar een nieuw boek met gedichten, dat nu spoedig van hem verschijnen zal.

In de kranten las je waarschijnlijk over de v. Deyssel-huldiging – Ik ging alleen naar de receptie (het diner in Carlton was mij veel te duur – zoo huldigt men een Bankier of een Bokser) – het was een trieste vertooning!

Kort geleden vroeg Moussault mij je adres. Hij hoopt op je medewerking voor "de Groene", waarvan hij nu directeur werd. Als je er kans toe ziet, doe 't dan maar, dan lezen wij in Holland je ook weer eens. Laat eens wat hooren, beste kerel, en wees overtuigd, dat ik je een beteren brief schrijf als ik mij beter voel. Hart. gr., ook aan Enny, en een hand van je

Jany

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA