MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19300524 Matthijs Vermeulen aan Evert Cornelis

Matthijs Vermeulen

aan

Evert Cornelis

Louveciennes, 24 mei 1930

Louveciennes (S et O)

21 Rue de Voisins

24 Mei 1930

Beste Evert,

Het was mij onmogelijk om je eer te antwoorden op je brief van 21 April. Wanneer je bedenkt dat ik de compositie voor den Vliegenden Hollander begonnen ben op 2 Februari, dat wegens die gramofoon-geschiedenis alles klaar moest zijn op 1 Mei, dat ik het "gewicht" geleverd heb van een doorsnee-symphonie, dat ik niet kon smokkelen met de kwaliteit, dat ik elke week twee dagen verloor aan mijn journalistiek werk, dus dat ik alles te zamen genomen maar ruim 60 dagen had – dan zul je voelen hoe ik poot-aan heb moeten spelen.

Het doet me plezier, dat je de verwikkelingen met Leiden opgevat hebt zonder boosheid, ten minste wat mij betreft. Of je redeneering over het honorarium juist is weet ik niet. Ik verdien aan dat karweitje 1000.- gulden. Dat is misschien weinig wanneer je de enorme inspanning rekent, welke 't van mij vergde. Maar dat is veel wanneer je de salarissen in aanmerking neemt welke niet enkel in Holland, doch op de heele rest der wereld usance zijn voor componisten. Ik vond dus geen termen om daartegen bedenkingen te opperen. Het scheen ze trouwens vanaf de eerste minuut vereischt om alles te vermijden (met 't oog op mijn positie tegenover het "muzikale" Holland) wat eenigszins den indruk had kunnen wekken dat ik uitvluchten zocht om mij te onttrekken. Het eerste en het eenige wat de nobele heeren en dames gezegd zouden hebben ware geweest: hij kan 't niet of hij durft 't niet. Dat is treurig, maar zoo is 't. Voor mij was accepteeren een point d'honneur. Anders had ik me nooit gewaagd aan het formidabel risico der 60 dagen, gedurende welke ik nog drie zeer pijnlijke wonden gehad heb aan de linker-vingers en twee wonden aan den rechter-voet, welke mij verschillende weken verhinderd hebben te loopen. Zoowel voor mij persoonlijk als in betrekking tot mijn situatie in Holland was het erop of eronder. Een soort van godsoordeel. Een proef op de som van wat ik me sinds vijf en twintig jaar gedroomd heb. Ik heb al dien tijd de impressie gehad dat ik behalve met de moeilijkheden van het muzikale materiaal nog te kampen had met een aardige compagnie van onzichtbare vijanden. Ik heb nu een immens gevoel van verluchting waaraan ik nauwlijks wennen kan.

Een en ander trouwens, aangaande de strubbelingen met het U.S.O. is mij dezer dagen verduidelijkt door gesprekken met den dichter Nijhoff. Weet je dat de studenten, alvorens bij jou te belanden, aan alle musici van ons beminnelijk vaderland, inlichtingen gevraagd hadden omtrent mijn capaciteiten? Je kunt je voorstellen hoe die uitvielen. Overal kregen zij te hooren dat er niemand was die beter schreef over muziek dan ik maar dat ik als componist een volslagen idioot was die bovendien geen snars kende van zijn vak. De studenten waren wanhopig en op 't randje van een paniek. Zij hebben op 't punt gestaan om me 500,- gulden aan te bieden als ik me terug wilde trekken!! Van die jonge jongens die van muziek geen streek weten, is dat niet kwalijk te nemen. Doch hoe vin je de houding van een Wagenaar, een Van Anrooy, een Mengelberg? Welk een pestilente wereld! Wat een abominabele hypocrieten. Ik ben ze de baas geworden, daarvan ben ik zeker, na het slotaccoord mijner partituur. Maar je kunt je nu met een reden te meer verklaren waarom men wilde bezuinigen op de compositie van een idioot. Ik zeg je: voor jonge jongens is dat vergeeflijk. Doch de anderen??

De "gramofoneering" heeft plaats gevonden op 19 Mei. Vijf twee-kantige platen, dus ongeveer 35 minuten muziek, waarvan het grootste deel in een snel tempo. Wij hadden het Orchestre Colonne, gereduceerd tot zestig man. Sinds ik in Frankrijk ben, dus 1921, heb ik hoogstens zes of zeven-maal een orchest gehoord. Ik had na 1922 heelemaal niet meer geïnstrumenteerd. Ik mag het zeggen met een trots die mij gemotiveerd lijkt!: je kunt niet gelooven hoe uitstekend alles klonk. Ik heb geen noot hoeven te veranderen; geen noot. Het orchest zelf was enthousiast over de kwaliteit der sonoriteit en over de kwaliteit der muziek. Dat zijn Fransche complimentjes zul je misschien nog denken. Neen, ze zijn zoo ver gegaan om de partituur te vragen voor hun concerten. Voor mij is dat het hoogst denkbare van alle successen en een componist moest eigenlijk nooit andere successen behalen of wenschen te behalen. Daarbij valt voor mij alle critiek en alle publiek in het niet. En let wel op dat mijn partituur nog tamelijk modern uitgevallen is. Natuurlijk modern op mijn manier d.i. van a tot z melodisch. Je mag me naief vinden, kerel. Ik componeer sinds 1912. In 1930 hoor ik mijn eerste orchestrale compositie uitgevoerd onder fatsoenlijke omstandigheden. Het is épouvantabel om terug te zien in het verleden. Maar laat me verrukt zijn over het resultaat van al die ellende. Wie doet het mij na?

Ik heb de platen natuurlijk nog niet gehoord en weet niets met zekerheid over het gramofonisch effect. Dat is mijn laatste risico, op den koop toe. Het laat me vrij koud. Voor mij is de proef op de som geleverd.

Je bent zoo goed om mij te vragen of ik niets heb wat passen zou bij de bezetting van het U.S.O. Neen. Sinds mijn 3de symphonie van 1922 heb ik niets gemaakt dan kamer-muziek. Maar waarom zou je de Vliegende Hollander niet spelen, die per slot van rekening geschreven is voor je ensemble. Er staat een Passacaille in van 8 minuten (het bas-thema wordt 58 maal gevarieerd) waarvan je stellig pleizier zult hebben. Een marsch bovendien waarmee je zonder den minsten twijfel succes zoudt behalen. Het stuk op je programma's nemen, ondanks de strubbelingen met Leiden, zou daarenboven een geste beteekenen, waarvan een hoop anderen kunnen leeren. Waarom zou je ook mijn eerste symphonie niet uitvoeren, welker partijen eenmaal op jouw kosten gecopieerd zijn?! Met een paar supplementaire instrumenten is zij geschikt voor het U.S.O., en werkelijk, ze kan nog best mee!

Hoor ik wat van je? Diverse omstandigheden, accidenten, incidenten etc. hebben ons beiden, voor mijn gevoel ten minste, min of meer aaneengekoppeld voor zoover het de Hollandsche "invloedssfeer" betreft. Ik zou het ongunstig geacht hebben wanneer wij om welke reden ook gingen discordeeren. Ik kom dus terug op het begin: het doet mij een buitengewoon genoegen dat je die Leidsche historie langs je kouwe kleeren hebt laten gaan.

Mijn hartelijke groeten en ook die van Anny aan Hilda. Een handdruk van je

Matthijs Vermeulen

Verblijfplaats: Den Haag, Nederlands Muziek Instituut