MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19260402 Willem Pijper aan Matthijs Vermeulen

Willem Pijper

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 2 april 1926

2 April 1926

Beste Vermeulen, de koffie die ik je schenken zal is natuurlijk zuiver; ik vrees evenwel dat ze nog wat slap uit zal vallen: Ik voel heel veel voor een concert voor de S.M.I. – Seroen liet zich er nog niet definitief over uit. Ik vermoed evenwel dat zij, als 't plan een ietwat vasteren vorm zal gaan aannemen, van harte mee wil doen.

Ik wachtte met schrijven: primo uit gebrek-aan-tijd (ben bezig een paar kamers voor mezelf in te richten in het verre Westen van de gróóte stad Amsterdam.) Secundo: ik wilde je, behalve een brief, ook de werken, die in Oxford van me uitgegeven zijn, sturen; en wacht nu nog op een ex. van twee onder de pers liggende pianosonatines (van 1925). Tertio wacht ik op bericht over je Veille; ik wou trachten met een definitieve mogelijkheid (s.v.v.) bij je aan te komen en niet met een herhaald "Indien". Je ziet: ik ben diligent. Het is nonsens dat La Veille niet gedrukt en uitgegeven zou kunnen worden. Laat me nog even tijd om het – zoomogelijk – voor elkaar te brengen.

Het spijt me meer dan ik schrijven kan dat ik onder de huidige constellatie geen kennis zal kunnen maken met je nieuwere kamermuziek. Ik kan 't ook niet laten copieeren, zit totaal zonder fondsen en leef minofmeer van de (leege) hand in de (holle) tand. Alles wat me overblijft is: te hopen dat de Moira ons eens ergens tezamen voeren; er kan dan bij-gepraat en -gemusiceerd worden.

Muziek in Holland is knudde. Dresden heeft een paar leerlingen die misschien iets belooven; ik heb er één, met zes vraagteekens. Had er, tot ± 1924, een stuk of vier, waarvan er eene (de meest-talentvolle) uit de muziek en in de arbeiders-jeugdbeweging is terechtgekomen. De anderen zijn naar het buitenland gegaan, één: "omdat-ie zooveel talent had" (Ja – had.) Weer een andere strandde op de anthroposofische klip – net als Zagwijn. Enfin – de gewone avonturen. Wat blijft er over van de meeste jeugd-élans?..

Ik ben het met je eens: we moeten trachten elkaar niet uit het oog te verliezen. Veel verandert, in den loop der jaren. Hoeveel symphonieen schreef je nu? Ik ben aan mijn 3e bezig. Verder voornamelijk kamermuziek geschreven, na 1919. Niet erg veel, gemiddeld 2 – 4 werken (werkjes) per jaar. Ik spréék er overigens t.z.t. liever met je over dan er over te schrijven, dat zul je wel net zoo voelen.

Ik hoop je binnen niet te langen tijd nader te kunnen berichten. Schrijf mij intusschen nog eens. De met jou sympathiseerende snaar heeft geklonken, in dit epistulum, en de klare koffie werd erin geschonken. Ze was een beetje bleeker dan ik gewenscht had, Thijs! Zot, dat jij op 1 April tot de suppositie kwam dat je de menschelijke intonatie verleerd zou hebben. En even zot: dat ik op goeie Vrijdag zit te probeeren je die auto-depreciatie uit het brein te schrijven.

Mijn adres wordt (zeg maar: is) M.H. Trompstraat 42 (bel-étage) A'dam W.

Met een hartelijken groet, je

Willem Pijper.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA