MATTHIJS VERMEULEN

Richard Roland Holst

aan

Anny Vermeulen-van Hengst

Zundert, 4 september 1920

4 Sept '20

Buissche Heide

bij Zundert.

Lieve Mevrouw Vermeulen.

Al dagen wachtte ik op antwoord van iemand op wiens hulp ik groote verwachtingen gebouwd had, en in die verwachting stelde ik steeds uit u te antwoorden, omdat ik 't zoo prettig had gevonden mijn brief aan u met een goede tijding te kunnen beginnen. Helaas dat kan niet. Ik heb gedurende al deze maanden telkens gedacht nu zal 't lukken, nu lukt 't zeker, en met een zot optimisme verheugde ik mij er in u te kunnen telegrafeeren dat de zaak in orde was.

De zaak is echter niet in orde, maar zij moet in orde komen. Ik had echter zóó gehoopt voor uw man en u dat zij royaal, gauw en zonder moeite in orde was gekomen. Dat 't anders is, spijt mij 't meest voor u, laten wij dus daar maar niet verder over spreken. Maar wij zullen 't tenslotte toch wel winnen. Ik begin met u einde van deze maand f 250 te zenden, en daarmede winnen wij weer een maand om met een afdoende regeling voor drie jaren gereed te komen. Daar zijn natuurlijk meer toezeggingen, maar wij wilden zoo graag de zaak zoo regelen dat het bedrag voor drie jaar bij elkaar kwam, en het geld door een kassier werd toegezonden iedere maand, zoodat u met geen personen te maken zoudt hebben. Ik blijf er op rekenen dat dit lukken zal, al is 't nu nog niet zoo ver.

Daar doen zich ook wel prettige dingen voor, hulp die ongevraagd met volle hartelijkheid werd aangeboden, ik weet niet of ik u dat verder precies vertellen mag, maar zoo ja dan hoort u 't wel later eens van mij.

Hierbij den brief van den Heer Zeilinga terug, 't is een pracht exemplaar, van a tot z. Die liefde voor de schoone natuur, die hen de kunst doet vergeten. Daarom noemen die heeren de zon zeker "de koperen ploert" uit liefde moet u weten.

"Bram is in den handel en Willy in de suiker" Zoudt je niet met Multatuli zeggen, "stik in de koffie en verdwijn"

Wat wij hier in Holland missen zijn die jonge rijke jongens, die met vreugde geven van hun overdaad, als die apen hier geld hebben gaan ze zelf aan kunst doen, in plaats van te begrijpen dat hun geld op die manier slechts verarming brengt. Ik herinner mij in Londen eens gegeten te hebben bij vrienden, waar ook de beeldhouwer Epstein at, hij had een monument van Oscar Wilde gemaakt, dat bij ongeluk f 60000 duurder was geworden dan het plan was, een allerliefste jonge Lord van misschien 22 had zich gehaast dit bij te passen. Hij mocht mede eten, was charmant en opgetogen en at half uit verlegenheid alle suikerschaaltjes leeg. Maar zulke jongetjes worden hier niet gefokt helaas, althans ik ken ze niet.

Dank u wel voor uw brief en de alleraardigste portretjes, die ik herhaaldelijk met veel plezier bekeek.

Dat 't kindje van Jan Greshoff ziek is geweest, dat wist ik niet, ik heb in tijden niets van hem gemerkt.

Nu gaan wij de donkere tijden in, dat zult u in de Rading zoo goed merken als wij hier, maar toch de heerlijkste tijd van buiten zijn begint nu, al lijkt 't soms wel anders.

Met onze hartelijke groeten voor u drieën

uw

RN. Roland Holst.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA