Matthijs Vermeulen
aan
Evert Cornelis
Amsterdam, 9 september 1918
Amsterdam 9 Sept. 1918
Maandagavond
Waarde Cornelis,
De sonate voor piano en violoncel, waarover wij 't bij ons laatste gesprek hadden, is dezer dagen afgekomen. Ik ben klaar met de copie en ook met de solo-partij. Alleen de streken zijn provisorisch aangebracht met potlood omdat ik daarbij gaarne zou overleggen met een cellist. Zoudt ge mij het genoegen willen doen (en den dienst) om ze eens door te nemen met Canivez? Waarschijnlijk kunt ge er hem wel voor interesseeren. De cello-partij, geloof ik, is niet erg moeilijk. De pianopartij daarentegen is hier en daar zeer lastig. Er komen ook passages voor in het stuk waarvan het effect slechts bij 't hooren te controleeren is. Ik heb er veel vertrouwen in, want ik heb er gelukkig aan gewerkt, doch absolute zekerheid krijgt men natuurlijk pas door de uitvoering.
Wilt ge me even een briefje schrijven? Tot 19 Sept. heb ik vacantie en ben ik thuis, Valeriusstr. 157. Misschien hebt ge deze week nog een avond vrij om het samen te bepraten?
zeer gaarne.
Hartelijke groeten
tt
Matthijs Vermeulen
Verblijfplaats: Den Haag, Nederlands Muziek Instituut