Matthijs Vermeulen
aan
H.P.L. Wiessing
Amsterdam, 25 november 1912
Maandagmorgen.
25 Nov. 1912.
Hooggeachte Heer Wiessing,
Volgens Uw verlangen zend ik U bijgaand uitgebreid artikel aan Uw particulier adres. Ik heb de lastige stof zoo klaar mogelijk behandeld naar mijn weten, doch beveel ze niettemin aan voor Uwe kantteekeningen. Hypoteses bevat mijn stuk niet, 't is louter positivisme en logica. Zoo U het kondt plaatsen in het nummer van deze week, zoudt U niet alleen mijne moeiten voor die verwenschte brochure een soort van voldoening bezorgen, maar ook het geregelde verloop der besprekingen in de hand werken, daar de volgende weken doorloopend actueele uitvoeringen brengen.
Met bel. en vriendelijke groet
Uw Dw.
Matthijs Vermeulen.
P.S. Uw schrijven komt juist in mijn bezit. Ik kan u zweeren dat ik alle mogelijk best doe en doen zal. Maar − zonder mij te beroemen, want ik phantaseer ze zelden − het gaat in zoovele gevallen om dingen, waarmee het publiek te weinig of niet is bezig gehouden − gelijk met Fransche muziek. Mag ik U om advies verzoeken aangaande ingesloten brief? Ik weet niet of er gereageerd moet worden of niet.
Verblijfplaats: Den Haag, Nederlands Muziek Instituut