Matthijs Vermeulen
aan
Jacques Hartog
Amsterdam, 1 april 1908
Amsterdam 1 April 1908
Vereerde Meester,
Gisteravond ontving ik Uw briefje, meester, en ik ben vol dankbaarheid.1 Ik hoop nog maar dat ik door Uwe goedheid slaag eindelijk, want hoé zal het mij ooit lukken als het me nu niet lukt?
Hier bij nog een nummer van den Ned. Spectator. Ik ben zoo vrij het U te zenden, mocht U het nog noodig hebben.
Nogmaals, meester, ik ben vol dankbaarheid.
Met alle Vereering,
MatthijsVanderMeulen.
Cornelis Anthoniszstr 19II.
Verblijfplaats: Bijzondere Collecties UvA, hs. Hg A III